Pionierswerk
AIVD en Counter Terrorism Group (CTG) tijdelijk belangrijker dan
bureaucratische regels
|
De
Nederlandse veiligheidsdienst AIVD laat prijzenswaardig pionierswerk zien bij
de oprichting van een platform binnen de Counter Terrorism Group (CTG) om
sneller en beter gegevens tussen EU-landen te kunnen uitwisselen.
Het
is simpel sceptisch te zijn en redenen te vinden dat dit platform niet zal
werken. Het is een ‘Hell of a job’. Er zijn nogal wat bestuurlijke en
juridische hindernissen die inlichtingendiensten moeten trotseren.
Bureaucratie is dodelijk
Elk
pionierswerk drijft op doorzettingsvermogen en is allergisch voor een
ambtelijke omgeving. Zolang het operationele platform van de CTG ‘buiten beeld’
functioneert in het ondoorzichtige web van inlichtingendiensten is er goede
kans van slagen. Want de CTG heeft geen last van EU-regels, de werkwijze is
diffuus en de controle door toezichthouders is lastig. Het is moeilijk
aantoonbaar wie verantwoordelijk is, omdat deze club een zwervend bestaan leidt
en voornamelijk virtueel is. Dat helpt.
Het
helpt wanneer durf, creativiteit en moedige initiatieven van
terrorismebestrijders niet worden gesmoord door bureaucratische protocollen en
politieke angsten binnen de overheid. De Commissie van Toezicht op de
Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) zal moeten inzien dat controle
over gegevens die de AIVD uit het buitenland ontvangt, onwerkbaar is. De
toezichthouder moet zelfs terughoudend optreden in het besef dat strakke
toetsing contraproductief werkt bij terrorismebestrijding.
Parlementaire
controle door de commissie ‘Stiekem’ op de rol van de AIVD binnen de CTG moet
worden vertraagd. Vlak voor de verkiezingen staat toch al geen enkele politieke
partij te dringen om toezicht en controle op inlichtingendiensten te
versterken. Zeker niet wanneer regeringsleiders oproepen tot Europese en
trans-Atlantische samenwerking. Dat moet je als Nederland niet willen
frustreren.
Vervalste inlichtingenrapporten
Vorig
jaar werd duidelijk dat opnieuw Amerikaanse inlichtingenrapporten werden
gemanipuleerd om president Obama een voorspoedig militair optreden in Syrië
voor te spiegelen. Dit bericht doet denken aan vervalste Amerikaanse rapporten
die in 2002 en 2003 beweerden dat Irak in bezit was van massavernietigingswapens.
Nu
de Amerikaanse overheid nog steeds inlichtingenrapporten vervalst, mogen
Nederlandse veiligheidsdiensten die gegevens niet zonder eigen onderzoek
exploiteren. Moeten er op grond van buitenlandse gegevens nog wel
veiligheidsmaatregelen worden getroffen, zoals bij Schiphol? Toch wel. De
juistheid van de berichtgeving wordt terecht gemaskeerd om een hoger doel te
dienen.
Wetten
dodelijk voor “creatieve intelligence”
Belemmerend
is dat nationale veiligheid een nationale verantwoordelijkheid is, waarmee je
niet ongestraft kunt marchanderen. Zelfs wanneer je dit nieuwe
internationale platform vergelijkt met succesvolle voorlopers als het Duitse
Gemeinsame Terrorismusabwehrzentrum (GTAZ)
en de Nederlandse Contra Terrorisme-infobox, is de vraag of het tussen
EU-landen gaat werken. Helaas zorgen onderling wantrouwen en bronbescherming
blijvend voor stroperige gegevensuitwisseling.
Juist
dan moet je binnen Europa flexibel omgaan met onwerkbare
nationalistische juridische belemmeringen. Ook de anders zo gerespecteerde
"Third Party Rule" moet indien nodig worden ontweken. Die ‘derde
land-regel’ houdt in dat gegevens die van een inlichtingendienst zijn
ontvangen, niet zonder toestemming mogen worden doorgegeven. Die verplichting
moet worden genegeerd; het dichttimmeren van wetten is dodelijk voor “creatieve
intelligence’.
Toestemming minister vertraagt actie
Onnodig
vertragend werkt de verplichting van de AIVD om bij het delen van ongeëvalueerde
gegevens met andere landen, eerst toestemming aan de minister te moeten vragen.
Die verplichting moet omwille van de snelheid worden uitgesteld. Om precies
deze reden is het waanzinnig dat de AIVD straks wettelijk is verplicht bij
internationale samenwerking vooraf te beoordelen of er door een dienst
voldoende respect wordt getoond voor (bijvoorbeeld) mensenrechten. Denk aan
betrokkenheid van een geheime dienst bij het vluchtelingenbeleid van een land.
Het buitenbeleid van één land mag nooit de bestrijding van een
levensgevaarlijke vijand in Nederland in de weg staan. Een heilloze weg.
Strakke
wetgeving en scherpe controle zijn fataal voor succesvolle terrorismebestrijding
door AIVD en Europese Counter Terrorism Group. Die strijd tegen het terrorisme heeft nu
even voorrang.
|
Samenwerking inlichtingen- en opsporingsdiensten
in Europa
De
CTIVD zegt in een toezichtsrapport van juni 2016 dat het CTG-‘platform’ nauw
samenwerkt met Europese en trans-Atlantische justitiële autoriteiten, maar dat
‘de diensten hierbij natuurlijk te allen tijde de procedurele waarborgen dienen
in acht te nemen.’ De CTIVD moet er echter van zijn doordrongen dat dit voor
terrorismebestrijders dikwijls een onmogelijke opgave is.
De
op papier grootste hindernis is het delen van gegevens door
inlichtingendiensten met opsporingsdiensten. In Nederland en in Duitsland is
dat niet onvoorwaardelijk toegestaan. Maar in de dagelijkse praktijk moeten de
EU-landen in het ‘platform’ van de CTG wel kunnen samenwerken. Landen als
Denemarken en Oostenrijk hebben nu eenmaal inlichtingendiensten, die
tegelijkertijd politiedienst zijn en opsporingsbevoegdheden hebben. Informatie
van inlichtingendiensten wordt binnen het ‘platform’ van de Counter Terrorism
Group dus logischerwijs gebruikt bij executieve bevoegdheden. Dat kan evenmin
anders bij de dagelijkse samenwerking met Europol.
De
grens tussen inlichtingen- en opsporingsdiensten vervaagt. Bevoegdheden van
inlichtingendiensten moeten worden aangepast of uitgebreid.
Conclusie
Het
pionierswerk van de AIVD en de Counter Terrorism Group (CTG) is tijdelijk
belangrijker dan bepaalde bureaucratische regels en wetten. Strakke wetgeving
en scherpe controle zijn fataal voor succesvolle Europese terrorismebestrijding.
Die strijd heeft nu even voorrang.
Lees ook:
http://www.opiniestukken.nl/opiniestukken/artikel/1273/
Terrorismebestrijding-belangrijker-dan-bureaucratie