22 februari 2013

Eenheid Nationale Politie ver te zoeken

Politieagenten volgen dwangbevelen niet zomaar op

Agenten vinden relatie met de burger belangrijker dan orders uit Den Haag. Politieleiding raakt grip op twitterende agenten kwijt.

 

Twitteren van politieagenten aan banden
De korpsleiding van de Nationale Politie stoort zich aan de gedragingen van agenten op Twitter. Zelfs het Crisiscommunicatie Team Politie (CCT) wordt ingeschakeld om de ongebreidelde stroom op "anonieme" twitteraccounts van agenten aan banden te leggen. De korpsleiding wil de persoonlijke twitteraccounts verbieden en vervangen door teamaccounts. Die zijn door community managers beter te controleren. Er worden ideeën ontwikkeld voor de invoering van een centraal gestuurd en gecontroleerd "dashboard" voor tweeten; een soort meldkamer voor twitteraars. De vrijheden van de individuele agent worden nu al beperkt.
 
Eenheid Nationale Politie in gevaar
Wat is er dan aan de hand?
Een wijkagent plaatst een foto van een dief op Twitter. Hij krijgt een uitbrander van het Openbaar Ministerie en de politieleiding schiet daardoor in de stress. Er is een heuse crisis binnen de politietop want nota bene het Landelijke CCT wordt direct ingeschakeld. De eenvormigheid van de Nationale Politie is in gevaar. Het CCT wordt geïnstrueerd door "Den Haag" en moet de persoonlijke twitteraccounts van agenten gaan vervangen door beter te controleren teamaccounts. Marco Leeuwerink is een van de leiders van het CCT. Hij wordt gedwongen de eenheid te bewaren, maar schaart zich met onuitgesproken tegenzin achter het besluit van de korpsleiding.
 
Beleid ontbreekt
Het is juist Leeuwerink die een groot voorstander is van twitterende agenten, zo schrijft hij in één van zijn publicaties. Hij weet dat burgers het contact met échte mensen erg waarderen. Het verkleint de onderlinge afstand tussen politie en burgers. Maar hij weet ook dat leidinggevenden binnen de politie er grote moeite mee hebben dat de agent zelf bepaalt wat en met wie en wanneer er wordt gecommuniceerd via Twitter. Dat wordt nu dus verboden.  Zoals een motoragent een verkeersovertreder aan de kant zet, zo zet een politieofficier de manschappen in de houding.
In de houding zetten? Anno 2013? Dat is natuurlijk incidentenpolitiek; daar zit geen proactieve visie achter, maar een reactief optreden, die angstige politiemensen zo eigen is. Beleid bij de Nationale Politie ontbreekt. Dit is eenvoudig vast te stellen aan de hand van de volgende argumenten.
 
BlackBerries
Ten eerste. Op het Politie Net Werk Congres op 1 november 2012 werd een ongekend aantal BlackBerries uitgedeeld en moesten alle aanwezigen op grote schermen laten zien hoe goed zij konden twitteren. De gedachte daarachter was dat Twitter goed is voor het gevoel van eenheid binnen het korps. Maar wanneer je als politiebestuurder vooraf even had nagedacht, dan had je kunnen bedenken waartoe het uitdelen van BlackBerries zou leiden: namelijk tot twitteren tussen agenten en burgers.
Nu raakt politieleiding plotseling in de stress na één incident met een foto van een dief op Twitter. Wie is weer de klos? De twitterende politieagent. Beleid ontbreekt!
 
Ruggengraat nationale politie
Ten tweede. Door de Directeur Communicatie van de Politie, Eric Stolwijk, werd aangedrongen op het gebruik van Twitter, onder meer voor een betere relatie met de burgerij. Politieagenten kunnen niet meer alles alleen, zij hebben de burgers nodig. Goed gezien, want de tweetende (wijk-)agenten op straat, nu de ruggengraat van de nationale politie, hebben de beste contacten met de burgers.

Maar wat gebeurt er? Persoonlijk twitteraccounts van politieagenten zijn door "Den Haag" per 1 april 2013 verboden verklaard. De politieleiding in het noorden van Nederland vond één mondelinge dienstopdracht wel voldoende om deze maatregel gestalte te geven.
Dus de dienstopdrachten waren al gegeven, maar het beleid nog niet gecommuniceerd. Via Twitter(!) meldt de directeur Communicatie achteraf dat hij ervoor zal zorgen dat er op korte termijn meer info komt; agenten in opperste verbazing achterlatend. Beleid ontbreekt!
 
Communicatieblunder
Ten derde. Zolang "Den Haag" centraal gestuurd dit soort beslissingen over de ruggen van de agenten  blijft nemen, zolang dienstmededelingen niet vooraf worden gecommuniceerd en niet worden uitgelegd; zolang wordt de Nationale Politie nooit een landelijke eenheid. Dus wordt het tijd in te zien dat communicatieblunders als  deze tot meer en meer wantrouwen leiden bij de agenten in het veld. Het doordrukken van een centraal gestuurd "dashboard" voor twitteraars en teamaccounts is bij voorbaat gedoemd te mislukken. Beleid ontbreekt!
Maar groeit ook het besef dat het domweg verbieden van het gebruik van twitteraccounts van agenten nooit zal leiden tot een door de politietop gewenste betere grip op de manschappen?
 
We zijn nog lang geen Nationale Politie
Die grip was er niet bij de Rijkspolitie, niet bij de regiopolitie en na al dit gereorgani
seer nog steeds niet bij de nationale politie. Dus het vertrouwen is weer beschaamd. Politieagenten in alle regio's in Nederland hebben nog nooit "zomaar" dwangmaatregelen uit "Den Haag" geaccepteerd. "We zeggen niet overal zo maar ja en amen tegen! We zijn nog lang geen Nationale Politie". Ook nu weer voelen politieagenten zich gekleineerd en horen zij de woorden van minister Opstelten "het zijn dienders, ze moeten zich bezig houden met handhaven en zich niet bemoeien met wat wij voorschrijven" nog lang nadreunen.
 
Conclusie
De burger was lange tijd niet zo te spreken over de politie. Dat vond met name de Tweede Kamer en dus de politietop en de minister vervelend. Er moest een Nationale Politie komen.

De politieleiding gaf het vertrouwen aan de twitterende politieagent, want juist de agent was als geen ander in staat de relatie met de burgerij te verbeteren. Eén incident met een foto van een dief op Twitter, een reactie van het Openbaar Ministerie en de politieleiding schiet in de stress. Wie is de klos? De twitterende politieagent en in diens kielzog de burger.

Dus het aan banden leggen van persoonlijke twitteraccounts verslechtert de band tussen agenten en burgerij juist. En dat kan nooit de bedoeling van de Tweede Kamer noch van de minister zijn geweest.
Het is zeker niet de bedoeling van de twitterende politieagent die de band met de burger belangrijker vindt dan klakkeloos de orders van de leiding ver weg in "Den Haag" op te volgen.

8 februari 2013

De oude journalist is een eenzijdige waakhond

Publicaties over dood Russische asielzoeker Dolmatov eenzijdig

De berichtgeving in de media over de zelfmoord van de Rus Aleksandr Dolmatov was erg eenzijdig.  

Publicaties over dood Russische asielzoeker Dolmatov zijn partijdig en bevooroordeeld. Doorgeschoten wantrouwen tegen overheid voert de boventoon. Het is tijd voor jonge, ambitieuze onderzoeksjournalisten.

Meeste journalisten blijven rondjes draaien in het uitgesleten kringetje van mediagenieke begrippen
De journalistiek pretendeert onpartijdig en onbevooroordeeld te zijn. De publicaties over de dood van de Russische asielzoeker Dolmatov daarentegen zijn dat niet. Het inmiddels doorgeschoten wantrouwen tegen de overheid voert de boventoon. De journalist is de waakhond, een hulpmiddel, niet zelf de controleur. Daarvoor is zijn kennis te eenzijdig. Maar er gloort hoop! Een jonge generatie staat te trappelen.

Waakhond of controleur
Argos-redacteur Huub Jaspers vindt dat controle door de media maatschappelijk relevante informatie oplevert. Maar is het wel zijn taak zichzelf te benoemen tot controleur van de overheid? Die taak is eenzijdig en staat haaks op de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de media.

Controle is niet het goede woord en zal vervangen moeten worden door onderzoek. De journalist is een waakhond die niet zelf de taak heeft de overheid actief te controleren. Het aan de kaak stellen van dubieuze praktijken van bestuurders is een invloedrijke taak, maar regulerend optreden moet aan anderen worden overgelaten.

Journalistiek in diskrediet
Een journalist moet tegels lichten en misstanden aan de kaak stellen. In de sportjournalistiek is dit jarenlang nagelaten. Eenzijdige berichtgevingen over dopingpraktijken heeft die sport van journalistiek in diskrediet gebracht. Dat verwijten journalisten ook elkaar.

Je kunt niet iedereen over één kam scheren, maar de sportjournalistiek heeft wel wat uit te leggen. Niet alleen over hun nalatigheid in het wielrennen, maar ook over hun afwezigheid bij kritisch onderzoek naar matchfixing in het voetbal. Op journalisten van Voetbal International na, volgden alle anderen slechts de sport zelf. Als journalist hoop je toch dat je op een schandaal stuit? Het liefst op een onbekend, nog niet eerder opgepikt onderwerp. Dat is je zo geleerd, dat is je werk.

Eenzijdigheid troef in "zaak Dolmatov"
Afgelopen weken papegaaiden de dag- en weekbladen, de televisie- en radiozenders elkaar vooral na in de "zaak Dolmatov", hetgeen onvermijdelijk leidde tot oogkleppenjournalistiek. Elk zichzelf respecterend Nederlands en buitenlands medium stortte zich op de zelfmoord van Aleksandr Dolmatov. Zijn lichaam was nog niet koud of radio en televisiezenders in Nederland boden de advocaat Marq Wijngaarden een podium om zijn tunnelvisie over de Nederlandse overheid (IND, AIVD, politie) ten gehore te brengen. Over de rug van alles en iedereen, maar met de uitgelokte semipolitieke steun van koningin Beatrix mocht Wijngaarden zichzelf en zijn advocatenkantoor voor radio en televisie promoten. Welke journalist vroeg de advocaat wat hij dacht van de rol van de Russische priester van de Orthodoxe Kerk in Rotterdam, de kerk waar Dolmatov al de kerstdagen van 2010 doorbracht?

Kuddegedrag
Tenenkrommende journalistiek was het gevolg. Gespeend van kennis over Rusland, richtte het vaderlandse journaille en masse de pijlen op de Nederlandse overheid, die vaker als "sitting duck" fungeert. Want er was een zielige, uit Rusland afkomstige activist gestorven. Alle verslaggevers schieten in dezelfde stress en gaan opzoek naar schuldigen voor deze tragische dood; zonder enige twijfel de Nederlandse overheid. Vooral oog voor het gevolg, de dood, maar zonder te berichten over de oorzaken in het leven van deze jonge man. De aanleiding voor zijn dood bleef onbelicht. Zijn kreet om aandacht voor wat er allemaal mis was in zijn
'moederland' werd niet begrepen. Een kudde verslaggevers holde op het ingeslagen pad achter de beschuldigende advocaat aan. Een kudde die zich uitslooft om de zelfmoord van een labiele drugverslaafde uit Rusland in de schoenen te schuiven van onderdelen van de Nederlandse overheid.

Vastgeroest spoor
Dolmatov wilde met zijn dood de aandacht vragen voor de kwalijke rollen van de Russische machinerieën. De goeden niet meegerekend zijn de Nederlandse buitenlandcorrespondenten geprogrammeerd zo muisstil mogelijk te zijn zodra de integriteit van het land waarin zij wonen en werken in het geding is. Ze willen daar rustig en veilig blijven en hun families niet blootstellen aan de nukken van het land. Berichten gaan dus vooral over sneeuwbuien, overstromingen of aardbevingen.

De meesten, Hubert Smeets (NRC) en Arnout Brouwers (Volkskrant) voorop, kunnen meer zeggen over de "zaak Dolmatov" dan zij recent publiceerden. De buitenlandredacties reageren als een FYRA-trein. Zij printen niet, maar beschermen uit concurrentieoverwegingen die posities. Zo leren journalisten hun collega's in het buitenland kennen en moeten zij hun toevlucht zoeken tot deskundigen in Nederland, die vanuit hun professie wel durven te zeggen wat hun mening is.

Journalist als baanwielrenner
Soms moet zo'n deskundige meegaan in de reeds gevormde mening van de betrokken journalist. Maar de journalist op een ander spoor zetten brengt een reeds gestart onderzoek in verwarring. Want de mening van een deskundige verifiëren is lastig werk. Als journalist krijg je soms de neiging, als een gedrogeerde baanwielrenner, rondjes te blijven draaien in het uitgesleten kringetje van mediagenieke begrippen als activisme, mensenrechten en vluchtelingen. Dit geldt zeker voor de babyboomgeneratie. De jeugdige journalist heeft de toekomst, dus daar valt nog wel dynamiek en durf van te verwachten. Welke jonge, ambitieuze onderzoeksjournalisten zullen zich aan de tunnelvisie kunnen onttrekken?

Conclusie
De belangrijkste taak van de media lijkt nu het meest op het obsessief volgen van en ageren tegen Nederlandse overheidsinstanties. Nogal eenzijdig werk. De journalist moet vele tegels lichten en dubieuze praktijken van bestuurders aan de kaak stellen. Eenzijdige berichtgeving heeft met name de sportjournalistiek in diskrediet gebracht.

Dat gevaar dreigde ook in de "zaak Dolmatov", toen de media als trolleybussen vastliepen in het ingeslagen pad en zich en masse stortten op de Nederlandse overheid. Wel oog voor het (trieste) resultaat, maar niet voor de oorzaken. Onderzoeken door buitenlandcorrespondenten liepen stuk; toevlucht werd gezocht tot deskundigen in Nederland, van wie de mening moeilijk is te verifiëren.

Onbelopen paden liggen in het verschiet voor een nieuwe, jonge generatie journalisten.

Overheidssurveillance is ook inlichtingenwerk

Bits of Freedom verwart politieonderzoek met discriminatie In TROUW van vrijdag 23 februari 2024 beticht Lotte Houweling van Bits of Free...